Toezicht kinderopvang

Input gevraagd voor meting duurzaamheid binnen de kinderopvang

Sectorpartijen in de kinderopvang werken samen aan een Routekaart Verduurzaming Kinderopvang. Wil jij de sector helpen met een nulmeting door de vragenlijst in te vullen?
overnames-in-de-kinderopvang-meerwaarde-van-kleine-organisaties-ernstig-onderschat

Overnames in de kinderopvang: ‘Meerwaarde van kleine organisaties ernstig onderschat’

Kleine ondernemers in de kinderopvang houden maar moeilijk het hoofd boven water. Is er überhaupt nog toekomst voor kleinschalige organisaties? Iris Roozenburg van Match Plan denkt van wel, mits deze organisaties ‘hun beleid en processen op orde hebben’.

Blog Jolanda Knorren – Waar hebben we afscheid van te nemen?

Ik was afgelopen week aanwezig bij een bijeenkomst over de toekomst van onze samenleving. Over hoe we samen-over-leven. Hoe zien we dat? Wat is daarbij belangrijk? Wat willen we behouden? Waar hebben we afscheid van te nemen? Wat moeten we veranderen en waar liggen de kansen?

Gevoelige stenen

Stenen beschilderen. Een leuke activiteit om, samen met de kinderen, gevoelens en emoties om te zetten in iets moois. 

Fruitig puzzelen

Met dit spel stimuleer je de creativiteit door het maken van een vrolijk fruit-figuurtje. 

Bijzondere bellen

Niet alleen voor kleine kinderen zijn bellen heel interessant, ook oudere kinderen kunnen er iets van leren. Onderzoek eens samen hoe bellenblazen eigenlijk wetenschappelijk gezien werkt.
Moeder loopt met dochter en kinderwagen over straat.

Zijn au pairs een aanwinst voor de kinderopvangsector of niet?

Het aantal au pairs in Nederlands stijgt. In de Nederlandse kinderopvang komen we handen tekort. Zijn deze au pairs – met de juiste diploma’s – een aanwinst voor de sector? En is er overlap tussen (ex-)au pairs en pedagogisch professionals?

Hoe ga je als leidinggevende om met de steeds veranderende wet- en regelgeving?

De kinderopvangsector heeft vaak te maken met nieuwe wet- en regelgeving. Voor managers zijn deze steeds veranderende regels soms een bron van stress en frustratie. Is de ene wetswijziging net op de locatie geïmplementeerd, dan komt de volgende vernieuwing er alweer aan. Hoe kun je hier het beste mee omgaan?
nieuwe-voorwaarde-voor-het-inzetten-van-medewerkers-in-opleiding

Nieuwe voorwaarde voor het inzetten van medewerkers in opleiding

De tijdelijke regeling waarbij de helft van de medewerkers op de groep in opleiding mag zijn, wordt verlengd tot 1 juli 2026. Maar let op: er geldt een nieuwe voorwaarde per 1 juli 2024. Er moet een begeleidingsplan zijn opgesteld, waarmee zowel de betreffende medewerker, de praktijkbegeleider en de opleidingsbegeleider schriftelijk instemmen.
Wet- en regelgeving

Ongevaccineerd kind weigeren? Dit zijn de juridische regels

Er is duidelijkheid over wat er nodig is om ongevaccineerde kinderen – en medewerkers – op de kinderopvang te weigeren: “het juridisch afwegingskader” van het ministerie van Sociale Zaken. De flyer is klaar en geeft uitleg over de voorwaarden. Maar wat doe je als een ouder het weigeringsbeleid aanvecht?

Over toezicht kinderopvang

Toezicht, inspectie en handhaving kinderopvang

Tegelijk met de invoering van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) gaat er ook op het gebied van het toezicht op de kinderopvang veel veranderen. Toezichthouders bereiden zich hier nu op voor. Zo is het de bedoeling dat de afvinklijstjes en risico-inventarisatie verdwijnen en er meer ruimte komt voor de beoordeling van de pedagogische kwaliteit in de praktijk, vaak in samenspraak tussen de inspectie (GGD GHOR Nederland) en de kinderopvanghouder.

Lees meer

Houders van kindercentra moeten voldoen aan de eisen in de Wet kinderopvang. Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk en hebben het toezicht uitbesteed aan de GGD. De GGD-inspecteur komt jaarlijks langs om te controleren of de houder voldoet aan alle eisen uit de wet.

Het bezoek van de GGD-inspecteur vindt vaak onaangekondigd plaats. De toezichthouder vormt zich een oordeel aan de hand van onder andere: observaties, de inrichting en het gebruik van alle ruimtes waar kinderen gebruik van maken, gesprekken met medewerkers, een gesprek met de houder, documentenonderzoek (de toezichthouder kan vragen documenten op te sturen of klaar te leggen) en schriftelijk of persoonlijk contact met de oudercommissie.Vervolgens stelt de toezichthouder vast of het kindercentrum of de peuterspeelzaal wel of niet voldoet aan de kwaliteitseisen. Hij adviseert de gemeente daarna over eventuele maatregelen.

Vorm en omvang onderzoek

De toezichthouder komt elk jaar langs voor een inspectie. Soms is het nodig om vaker langs te komen. De vorm en omvang van de inspectie verschilt per type voorziening en situatie. Toezichthouders inspecteren daarom minder intensief bij locaties waar geen zorgen over bestaan en intensiever bij locaties waar wél zorgen over zijn.

Nieuw kindercentrum

Als een houder een nieuw kindercentrum wilt starten, dan vraagt deze bij de gemeente opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) aan. De gemeente schakelt vervolgens de GGD in voor een onderzoek vóór registratie. De GGD en de gemeente zijn ‘Streng aan de Poort’: dit betekent dat de gemeente streng is bij het nemen van een besluit over een aanvraag en de toezichthouder kinderopvang van de GGD vraagt om het kindercentrum intensief te onderzoeken. Het nieuwe kindercentrum moet vanaf registratie volledig voldoen aan alle kwaliteitseisen.

Nader onderzoek

Als de toezichthouder tekortkomingen heeft vastgesteld, volgt een nader onderzoek. De toezichthouder richt zich dan op de onderdelen waaraan de kinderopvangvoorziening tijdens een vorig onderzoek niet voldeed. De toezichthouder onderzoekt of de tekortkoming is hersteld. Als dat het geval is krijgt de houder direct een definitief rapport.

Incidenteel onderzoek

Een incidenteel onderzoek vindt bijvoorbeeld plaats na een signaal of klacht van bijvoorbeeld ouders, gemeente of buurtbewoners. In overleg met de gemeente kan de GGD besluiten een extra onderzoek uit te voeren om vast te stellen of de kwaliteitseisen inderdaad onvoldoende worden nageleefd. Ook kan een incidenteel onderzoek plaats vinden omdat de houder bijvoorbeeld verzocht heeft om het aantal geregistreerde kindplaatsen te wijzigen.

Het rapport

De toezichthouder zet zijn bevindingen in een inspectierapport. Het rapport geeft de situatie weer van het moment van de inspectie. In het rapport geeft de toezichthouder een advies aan de gemeente. De houder ontvangt het rapport gemiddeld genomen binnen zes weken na de inspectie. Als er feitelijke onjuistheden in het rapport staan, dan stelt de toezichthouder die bij. De houder heeft de mogelijkheid om zelf een schriftelijke reactie op het rapport te geven (de zienswijze). Deze zienswijze wordt als bijlage van het rapport toegevoegd. Hierna stelt de toezichthouder het rapport binnen drie weken definitief vast. Na vaststelling ontvangen de houder en de gemeente het rapport.

Openbaar

De GGD-inspectierapporten zijn openbaar. De houder dient het rapport te bespreken met de oudercommissie en openbaar te maken, bijvoorbeeld via de website van de organisatie. Het rapport wordt ook openbaar gemaakt via www.landelijkregisterkinderopvang.nl. Zijn er overtredingen, dan kan de gemeente vervolgens handhavingsmaatregelen inzetten.

Handhaving

In uitzonderlijke gevallen grijpt de toezichthouder van de GGD in door de opvang direct stil te leggen. Dat gebeurt dan via een schriftelijk bevel. Dit kan alleen als de toezichthouder vindt dat de kwaliteit van de opvang bij een kinderopvangvoorziening zó tekortschiet dat onmiddellijke maatregelen nodig zijn.

Handhavingsmaatregelen

De gemeente besluit op basis van het rapport welke handhavingsmaatregelen zij inzet. De gemeente treedt op indien er niet wordt nageleefd. De Wko geeft de gemeente de mogelijkheid een aanwijzing te geven of een bestuurlijke boete op te leggen. Ook het opleggen van een last onder dwangsom (bestuursdwang) of het exploitatieverbod zijn handhavingsinstrumenten. De gemeente kan eveneens besluiten tot het verwijderen van de registratie van de inschrijving uit het LRKP.

Vastlegging handhavingsbeleid

Iedere gemeente stelt een handhavingsbeleid vast. In het handhavingsbeleid legt de gemeente vast hoe ze omgaat met overtredingen op de Wko en wanneer welke maatregelen genomen kunnen worden. Bij de gemeente is na te vragen hoe het gemeentelijke handhavingsbeleid eruit ziet. Veel gemeenten publiceren dit beleid op hun website. Indien een houder een handhavingsmaatregel opgelegd krijgt, kan deze hiertegen bezwaar maken. De wijze waarop dit moet gebeuren, staat beschreven in het besluit wanneer u een handhavingsmaatregel ontvangt.
(bron: Brochure Toezicht en handhaving kinderopvang – informatie voor ondernemers).

Nieuwe wet

Met ingang van de Wet IKK in 2018 verandert ook de inspectie. GGD GHOR Nederland werkt in totaal met vijf pilots toe naar het Nieuwe Toezicht in de kinderopvang. Naast ‘Samen observeren’ lopen bijvoorbeeld ook de pilots ‘Herstelaanbod’ en ‘Groene inspectiekwaliteit’.

Gastouderopvang

Voor gastouderbureaus en gastouders ziet het toezicht en de inspectie er anders uit. Meer informatie hierover leest u hier >>

Uitgelicht congres

Congres Samenwerken in het netwerk

Hotel van der Valk Veenendaal